De meest gemaakte fouten bij het plaatsen van een groendak
Groendaken zijn er -zoals bij elk aspect van het bouwgebeuren- in verschillende soorten, maten en gewichten. Bij het plaatsen van een groendak zijn er enkele zaken die vermeden moeten worden. Zo verkrijgt men het best mogelijke resultaat op lange termijn. Het groendak moet er immers ook jaren na aanleg nog steeds goed uitzien en het mag niet resulteren in een moeilijk en duur onderhoud van het groendak.
De vele voordelen die eigen zijn aan groendaken vervallen wanneer een minderwaardig systeem geplaatst wordt. Om dit te voorkomen worden vijf te vermijden fouten toegelicht.
Fout 1: Gebruik van 1- of 2-laagse groendaksystemen
BESPAAR NIET OP DE KWALITEIT VAN JE GROENDAKSYSTEEM
Bij het plaatsen van een groendak zijn er verschillende mogelijkheden in constructie en uitvoering. NATUROOF kiest resoluut voor een 3-laagse opbouw met drainagelaag, bufferlaag en substraatlaag. Hierdoor wordt een kwalitatief en duurzaam eindproduct afgeleverd bij de klant.
Een 1-laagse of 2-laagse variant komt de laatste jaren gelukkig minder voor. Bij een 2-laagse opbouw ontbreekt de bufferlaag, waardoor de planten in drogere periodes in een stresstoestand terecht komen. Zelfs met een correct bemestingspatroon is het zeer moeilijk om deze stressperiode te voorkomen of op te lossen.
Onderstaande foto's tonen aan dat sedums in stresstoestand rood kleuren:
Fout 2: Onvoldoende drainage
VOORZIE EEN DRAINAGELAAG DIE VOLDOENDE GEDIMENSIONEERD IS
De drainagelaag zorgt ervoor dat het water onder het groendaksysteem naar de afvoeren van het dak kan vloeien. Bij onvoldoende drainage ontstaan natte groendaksystemen. Deze verzuren en daardoor kan mosvorming optreden. Systemen waarbij weinig hoge drainagekanalen aanwezig zijn, worden beter vermeden.
Onderstaande foto toont hoe er mosvorming kan optreden door te weinig drainage:
Fout 3: Te weinig waterbuffering
HOUD REKENING MET VOLDOENDE WATERBUFFERING VAN HET GROENDAK
WATERBUFFER IN DE BUFFERLAAG
Het is steeds de bedoeling om de sedumplanten stabiele groeicondities te bieden. Een niet te verwaarlozen aspect van een geslaagd groendak bestaat er daarom in om voldoende waterbuffer te voorzien voor de beplantingslaag. Zonder waterbuffer zijn de planten niet in staat langere droge periodes te overbruggen zonder in stressmodus terecht te komen. De stressmodus van een sedumplant is eenvoudig te herkennen aan de rode kleur van de planten.
Helaas komt dit nog veel te vaak voor. Een rood gekleurd groendak groeit en bloeit niet, het is in overlevingsfase. Door het wegkwijnen van de beplanting ontstaan kale plekken in het groendak. Deze worden vervolgens snel ingenomen door mossen en ongewenste kruidachtigen. Dit bemoeilijkt het onderhoud en zorgt voor een visueel minder aantrekkelijk groendak.
Een rood kleurend en verdord groendak heeft tevens een zeer minieme ecologische meerwaarde.
WATERBUFFER IN DE SUBSTRAATLAAG
Afhankelijk van het type groendak en de erop beoogde beplantingslaag, dient rekening gehouden te worden met de dikte van het substraatpakket. Extensieve beplanting zoals sedums en lichtere kruiden dienen minimaal 6 cm substraat ter beschikking te hebben. Niet enkel de buffering van water is hierbij van belang, maar ook de buffering van nutriënten. Een dikkere substraatlaag zorgt voor een duurzamer en stabieler groendak.
Fout 4: Foutieve oriëntatie van het groendak
HOUD REKENING MET DE ORIËNTATIE VAN HET GROENDAK
Wanneer het groendak aan de noordzijde van de woning is gelegen of wanneer het groendak omgeven wordt door hogere bebouwing zijn problemen te verwachten. Sedums zijn immers zonminnende planten, waardoor deze in (half)schaduw moeilijker gedijen. Een vuistregel is dat een groendak met sedumbeplanting minstens 4u direct zonlicht nodig heeft om op lange termijn een goed resultaat te verkrijgen. Bij onvoldoende zonlicht verschraalt de beplanting, waardoor ongewenste vegetatie meer kans krijgt op kiemen. Het groendak blijft ook langer nat en koud, waardoor verzuring en mosvorming optreedt.
De beste oplossing bestaat uit het verhogen van de substraatdikte en het aanplanten van andere, schaduwminnende beplanting. In sommige gevallen is dit echter geen mogelijkheid wegens het verhoogd opbouwgewicht en de hogere kostprijs. Een alternatieve en vaak toegepaste oplossing is het plaatsen van een brede grindrand van 1 à 1,5 meter tegen de gevel.
Daardoor verdwijnt de grootste probleemzone. Dit is echter enkel toepasbaar wanneer slechts 1 hoger gelegen bouwlaag het zonlicht wegneemt.
Sowieso is het gebruik van sedummatten aangeraden bij schaduwdaken, omdat dit de beste kans biedt op aanslaan van de begroeiing en onkruid en mos minder kans krijgen. In de weinige gevallen dat het dak nooit zonlicht krijgt en geen van bovenstaande oplossingen mogelijk of gewenst zijn, is het soms beter om het groendak te vervangen door een grinddak. Het groendak dat nooit zonlicht krijgt, zal immers een duur en intensief onderhoud vergen zonder veel resultaat.
Onderstaande foto toont aan dat sedums moeilijk gedijen in schaduwzones:
Fout 5: Verwaarlozing van het groenonderhoud
ONDERHOUD JE GROENDAK
Na het vermijden van bovenstaande fouten en rekening houdend met alle zaken die een duurzaam groendak in de hand werken, rest de bouwheer nog één belangrijke keuze: het groendak zelf onderhouden of dit aan een professional overlaten.
Belangrijk hierbij is dat de bouwheer in het eerste geval voldoende advies inwint bij een professional, of in het tweede geval, een onderhoudscontract met hen afsluit. Dergelijke onderhoudscontracten bestaan uit bemesting, het verwijderen van ongewenste zaailingen, controle van de afvoeren, bijzaaien waar nodig, ...
Vanzelfsprekend is voor elk type groendak en elk type beplanting een ander onderhoud van toepassing. Zonder opvolgingsonderhoud spoelen de nutriënten weg uit het substraatpakket, waardoor de beplanting het moeilijk krijgt. Zo ontstaan er o.a. onbegroeide plekken die door ongewenste kruidachtigen gekoloniseerd kunnen worden.
Links: een groendak waarbij het onderhoud weinig of niet werd uitgevoerd
Rechts: een groendak in het voorjaar zoals het er hoort uit te zien, volle planten en bloeiers dankzij een correcte bemesting en onderhoud