Aandachtspunten bij het plaatsen van een extensief groendak
Bij nieuwbouwdaken worden onderstaande punten best geïntegreerd tijdens het ontwerp van de woning.
Bij renovatieprojecten dient elk punt afgetoetst te worden om te gaan bepalen of een groendak al dan niet op een goede manier kan geplaatst worden.
Aandachtspunt 1: Stevigheid van de dakconstructie
Een duurzaam extensief groendak van goede kwaliteit bezit idealiter een opbouwgewicht van 105 kg/m² verzadigd gewicht.
Het dak dient berekend te worden op dit extra opbouwgewicht, rekening houdend met sneeuw- en windbelastingen.
Aandachtspunt 2: Type en leeftijd van de dakbedekking
Het is steeds aangeraden groendaken te plaatsen op een nieuw geplaatste wortelwerende dakbedekking. Zowel EPDM, PVC, Resitrix als Bitumen (roofing/asfalt) met wortelwerende eigenschappen zijn een mogelijkheid.
Elk van deze types dakbedekking bestaan in een wortelwerende variant, die voldoet aan de FLL-keuring. Bij een niet-wortelwerende dakbedekking dient een wortelwerende PE-folie van 0.4mm dikte geplaatst te worden met voldoende overlap op de naden.
Voorzichtigheid is geboden met dakbedekkingen ouder dan 10 jaar.
Aandachtspunt 3: Afwatering van het groendak
Het begroende deel van de dakoppervlakte kan voor een verkleuring van het regenwater zorgen en dient op de overloop van de regenwaterput aangesloten te worden.
Problemen treden op wanneer men de vuistregel om meer dan 1/3 van de totale dakoppervlakte te begroenen niet in acht neemt. Het verkleurde water kleurt licht tot zeer licht geelbruin, afhankelijk van de verhouding begroend dak/niet-begroend dak. Het water is echter wel volledig onschadelijk voor de gezondheid, er is enkel een esthetisch nadeel (bvb. stilstaand verkleurd water in het toilet).
In de praktijk wordt het water afkomstig van de hoger gelegen, niet-zichtbare daken naar de regenwaterput gebracht en het water van de groendaken naar de overloop van de regenwaterput.
Aandachtspunt 4: Toepassen van grindranden
Om vochtproblemen te vermijden dienen vaak grindranden toegepast te worden in het groendakontwerp. In de praktijk worden deze grindranden geplaatst wanneer er minder dan 20 cm dakdichting is tussen de bovenzijde van het substraatpakket en het einde van de dakdichting. Dit is vaak zo bij opgaande geveldelen, rond koepels, schouwen en dakdoorvoeren.
In de meeste gevallen wordt met een horizontale dakopstand gewerkt van 30 à 40 cm breedte, waardoor het groendak tot tegen de dakopstand geplaatst kan worden. Op die manier wordt de meerkost van grindranden vermeden en bekomt men een visueel uniformer geheel.
Wanneer grindranden toch noodzakelijk zijn, kan geopteerd worden voor een type grind dat past bij de gevelsteen.
Aandachtspunt 5: Hoogte van de opstanden
Een extensief groendak heeft een opbouwhoogte van 8 à 9 cm, exclusief de beplantingslaag. De opstanden dienen dus minimaal 8 cm hoog te zijn op het hoogste punt van het plat dak.
Een hogere opstand is natuurlijk ook steeds mogelijk, maar zorgt vaak voor een visueel minder aangename ‘zwarte band’ die rond het groendak aanwezig is. Bij een lagere opstand kan een L-profiel geplaatst worden om zo het groendak af te zomen.
Samengevat
- Het dak dient stevig genoeg te zijn (105 kg/m² voor een groendak van goede kwaliteit)
- De dakbedekking dient wortelwerend te zijn, FLL gekeurd en bij voorkeur nieuw geplaatst
- Het water dat van een groendak komt kan niet gerecupereerd worden aangezien dit lichtbruin/lichtgeel kleurt. Oplossing: gesplitste afvoer
- Lichtgewichtsystemen (< 75 kg/m²) zijn bijna altijd mogelijk, maar houd rekening met een lagere duurzaamheid en hogere kostprijs.
- Vaak dienen grindranden geplaatst te worden indien er niet genoeg dakbedekking rest, te meten vanaf de bovenzijde van de substraatlaag